VVD wil slechte scholen sneller sluiten en leerlingen bijspijkeren

De VVD wil af van lange verbetertrajecten voor slechte scholen. Slechte scholen moeten (sneller) gesloten worden. Zij krijgen veel te lang de kans zich te verbeteren, wat ten koste gaat van de leerlingen. De financiering die dan niet langer naar die scholen gaat, kan worden ingezet om de achterstand bij de leerlingen van de zwakke school bij te spijkeren.

Woordvoerder Ineke Dezentjé Hamming-Bleumink: “Wat mij betreft staat het recht van een kind op goed onderwijs boven het recht van een schoolbestuurder om een slechte school open te houden. Dat betekent dat een slechte school sneller gesloten zou moeten kunnen worden, dus voordat een kind zijn of haar hele schooltijd slecht onderwijs heeft gehad.”

Nederland kent maarliefst 700 zwakke scholen en tussen de 100 en 150 zeer zwakke scholen. Dit zijn scholen waar de kwaliteit van het onderwijs onder de maat is en/of sprake is van wanbeheer door het bestuur. Het sluiten van slechte scholen duurt jaren. De Onderwijsinspectie moet de school eerst bestempelen tot zeer zwak, wat in de praktijk een paar jaar duurt. Dan kan de school zich zo’n drie jaar proberen te verbeteren. Pas als dat niet lukt, kan de financiering door de staatssecretaris (gedeeltelijk) worden stopgezet, maar dat komt in de praktijk nauwelijks voor.

Dezentjé Hamming: “Alleen al in de vier grote steden zijn er honderd zeer zwakke scholen met in totaal 25 000 leerlingen. In totaal zitten op het basis- en voortgezet onderwijs meer dan 125 000 kinderen op een slechte school. In het ergste geval is die school eerst drie jaar zwak, dan drie jaar zeer zwak, en dan probeert de minister nog afspraken over verbetering te maken, ook een langdurig traject, voordat de school wordt gesloten. Áls dat al gebeurt. Maar dan zijn we dus wel bijna tien jaar verder. Onacceptabel.

De VVD wil dat een zwakke school maximaal twee jaar de tijd krijgt om te verbeteren. Zo niet, dan volgt sluiting. Dit geldt ook voor bijzondere scholen, waarbij de overheid tot op heden nooit tot sluiting kan overgaan, maar slechts de financiering kan intrekken. “Aangezien bijvoorbeeld Islamitische scholen gemakkelijk financieringsbronnen in andere landen kunnen aanboren, blijkt dat in de praktijk niet voldoende om de school te dwingen zich te verbeteren. Dat moet anders.”

De VVD wil dat het geld dat vrijkomt na het stopzetten van de financiering en het eventueel aanwezige eigen vermogen van de gesloten school, inzetten om de achterstand die leerlingen in de jaren dat zij op de slechte school zaten, in te lopen. Ineke Dezentjé Hamming: “Die kinderen hebben vaak jarenlang slecht onderwijs gehad. Als je hen met die achterstand op een nieuwe school zet, zadel je die school ook weer met een probleem op. Een kind zal immers begeleiding nodig hebben om het juiste niveau weer op te pakken. Ik wil dat het geld dat de overheid ‘uitspaart’ door de slechte school niet langer te financieren, in een bijspijkerpot terecht komt, die voor deze begeleiding gebruikt wordt.”